Tips & tricks voor onderhoud van uw ventilatiesysteem.
Tijdens het zomerseizoen worden ventilatiesystemen vrij gemakkelijk vuil, omdat periodes van droogte veel stof kunnen veroorzaken. Samen met het stof dat van binnenuit komt, kunnen ventilatiesystemen behoorlijk vuil worden. We hebben enkele tips en trucs voor het onderhouden van een goed functionerend systeem.
– Zorg er tijdens de installatie voor dat de inlaten op een vlak muur / plafondoppervlak worden gemonteerd en dat u de overgebleven ruimtes rond de randen van de inlaat afdicht met een flexibele siliconenkit. Gebruik geen ander schuim of vulmiddel, omdat hierdoor de inlaten kunnen vastlopen, want ze hebben verschillende uitzettingswaarde.
– Controleer na het schoonmaken de inlaten en kijk of ze nog steeds goed openen en sluiten. Om er zeker van te zijn dat alle inlaten de juiste en dezelfde instelling hebben, adviseren we het volgende: sluit de inlaten en zorg ervoor dat de verbinding met de hoofdkabel onder de juiste beginspanning staat zoals andere inlaten (aanpassingen kunnen worden gemaakt met de kabelklem om ervoor te zorgen dat alles vast zit).
– Bij de overgang van zomer naar herfst is het belangrijk om te kijken of de lucht onder de nieuwe omstandigheden nog steeds correct omhoog wordt geleid naar het dak. Zo voorkom je dat er koude lucht op de dieren valt. Bij twijfel kunt u dit verifiëren door een rooktest uit te voeren om te garanderen dat er na het veranderen van de instellingen nog steeds een mooie luchtstroom door het hele huis is.
– Bij gebruik van lichtvangers en windkappen raden wij aan deze regelmatig van de muur te verwijderen en schoon te maken. Lichte vallen kunnen behoorlijk wat stof en puin tussen hun lakens verzamelen.
– Let goed op bij het reinigen van de inlaten, vermijd het gebruik van bijtende schoonmaakoplossingen die het polyurethaan kunnen beschadigen. Zorg er ook voor dat u niet te veel druk uitoefent met de hogedrukreinigers, omdat dit de buitenkant van de inlaten kan beschadigen. Gebruik max. 1740 PSI op een minimale afstand van 10 cm en temperaturen van niet meer dan 50 graden Celsius.